ilSailMi
4
Lange Kerkstraat.
betering van de oude, deels middeleeuwse, deels 17e
eeuwse havens, kwam niet in de zin. Slechts werd in de
jaren 1861 en 1862 ten behoeve van de branderijen de
Westerhaven gegraven. Een plan in 1871 door Burge
meester en Wethouders ingediend om een nieuwe haven
ten oosten van de Buitenhaven aan te leggen (ter bevor
dering van de handel en daarmee ter verbreding van de
economische basis van de stad), werd door de Raad,
waarin de belangen van de branders prevaleerden, verwor
pen. Thans ligt daar (binnen Rotterdam!) de Merwehaven.
Het grondgebied van de gemeente werd in 1868 vergroot
door de annexatie van de gemeente Oud en Nieuw
Mathenesse, en van de voormalige gemeente Nieuwland,
Kortland en 's-Graveland (grenswijziging met Kethel).
Op de dominee-dichter Francois Haverschmidt (Piet Paal-
tjens) maakte Schiedam in 1880 een even onprettige indruk
als honderd jaren daarvoor op de dames Wolff en Deken.
In zijn gedicht Oud Schiedam gaf hij zijn indrukken weer,
waarvan ik het volgende overneem: „Een onafboenbare
roetkorst kleeft (Dat's waar) er aan iederen gevel, En over
havens en straten zweeft Er een eeuwigen steenkolennevel.
Hier mengt de gist haar zoetigen walm Met zure spoeling-
dampen, Wijl mestossenstal en beschadigde gerst Om den
prijs van uw neusorgaan kampen. En voeg daar nu de
wasems bij Die er onophoudelijk stijgen Uit glasblazerij en
kaarsenfabriek Dan - genoeg zoudt ge er haast van
krijgen."
De te smalle economische basis wreekte zich, toen door
allerlei oorzaken (vasthouden aan verouderde productie
methoden, weigering over te schakelen van klein- op groot
bedrijf, de Europese landbouwcrisis in 1875, de toenemende
onverkoopbaarheid van de Schiedamse gist, e. a.) de bran-
derij nijverheid in verval raakte en tenslotte onderging. De
gevolgen waren catastrophaal, Schiedam was een ster
vende stad.
De periode van 1900 tot heden
Redding bracht de vestiging (sedert 1904) van op moderne
leest geschoeide bedrijven. Scheepswerven en metaalnij
verheid deden op grote schaal hun intrede in de stad. Lang
zamerhand kwam in Schiedam weer leven, en met dat
leven weer wat welvaart.
De scheepvaartindustrie (de werven Wilton-Fijenoord en
Gusto) groeide uit tot het belangrijkste middel van be
staan. De werf Wilton-Fijenoord geeft momenteel aan ruim
5000 mensen werk en is beroemd om de snelle scheeps-
reparaties. Deze werf bezit het grootste droogdok van
Europa (150 000 ton). De werf Gusto heeft zich gespeciali
seerd op de bouw van drijvende booreilanden, bagger
molens en zuigers.
Machinefabrieken, de glasfabriek, vele middelgrote en
kleine bedrijven verbreden de basis, waarop de welvaart
rust.
De distilleerderijen, die niet in de ondergang van de bran
derijen deelden, fabriceren meer dan de helft (rond 25
miljoen liter) van alle in Nederland vervaardigde spiri
tualiën.
Om de bevolkingsaanwas op te vangen, vonden in de
jaren 1920-1930 stadsuitbreidingen plaats. Geheel Franke-
land en Mathenesse werden volgebouwd.
Tijdelijke stilstand in de groei brachten de crisis van de
dertiger jaren, die in het bijzonder Schiedam (metaalnijver
heid) trof, en de oorlogsjaren (1940—1945).
Na 1945 begon een nieuwe periode van expansie. De
voortgezette vermeerdering van de bevolking leidde tot de
bouw van nieuwe woonwijken in hef noorden, in de voor
malige gemeente Kethel, die in 1941 bij Schiedam was ge
voegd. De wijk Nieuwland in het bijzonder neemt door
haar geslaagde opzet een eervolle plaats in onder de na
oorlogse stadsuitbreidingen. De moderne nieuwbouw heeft
het aanzicht van de stad ingrijpend veranderd. De ge
plande sanering van de oude binnenstad zal het uiterlijk
nog verder veranderen. Hopenlijk zal het mogelijk zijn de
karakteristieke Lange Haven en Markt, met veel schone en
goede gebouwen uit het verleden, te bewaren en te revali
deren, al was het maar om aan het nageslacht een waardig
overblijfsel uit het verleden over te leveren.
De geschiedenis van deze stad is als het getij van de rivier
waaraan ze ligt: periodes van opgang en neergang wis
selen elkander vrij regelmatig af. Opgenomen in de snelle
ontwikkeling, die het gebied rond de Nieuwe Maas en
Nieuwe Waterweg doormaakt, lijkt haar toekomst verze
kerd, en een nieuwe neergang tot de onmogelijkheden te
behoren.
De gemeentearchivaris