/•A !i 0 A \rm a?f\f f* a t VhuhW**' He" ontstaan en de vroegste ontwikkeling Waar nu de stad Schiedam ligt, was eens een grote inham van de Maas (Merwede, Nieuwe Maas). Het riviertje de Schie, dat zijn oorsprong heeft in het Hollandse veen gebied, kwam toen bij het huidige dorp Overschie in de Maas. De oude Maasdijk, de thans vendwenen Ouden Dijk, sloot de Schie met een dam af. Voor het zich ontwikke lende scheepvaartverkeer tussen het Hollandse vasteland (Kennemerland) en de Zeeuwse eilanden (Vlaanderen) vormde de dam een belemmering. De grote schepen moesten worden overgeladen, de kleine werden door mid del van een overtoom - een brug op rollen - over de dam getrokken. Bij die overtoom ontstond het dorp Sche of Schi, waarvan het eerst melding wordt gemaakt in een document van vóór 993. Aan de westzijde van de inham lag het dorp Hargan of Kethel. Door verlegging van de rivierbedding ontstonden ten zuiden van de Ouden Dijk aanslibbingen. Na verloop van tijd werden deze bedijkt. Op deze manier ontstonden de polders Nieuwland (be grensd door de Vlaardingerdijk, Vlaardingerstraat, Breed- straat, Noordmolenstraat en de voormalige 's-Gravelandse Kade), Mathenesse (begrensd door de voormalige Laan- slootseweg, de Achtersingel, Singel en Rotterdamsedijk), en 's-Graveland (het gebied tussen de 's-Gravelandse Kade en de Achtersingel). Een belangrijk aandeel in deze bedijkin gen had Aleida, zuster van graaf Willem II van Holland, echtgenote van Jan van Avesnes of Henegouwen. Zij deed c. 1260 het stuk land bedijken, dat nu begrensd wordt door de Singel, Boterstraat en Hoogstraat. Tevens legde zij de dam aan die de Vlaardingerstraat in één rechte lijn ver bindt met de Boterstraat en Hoogstraat. Hiermee was de Schie opnieuw maar nu zuidelijker afgedamd. De dam, identiek met de huidige straat van dezelfde naam, bezat een spoye of uitwateringssluis en een overtoom, geschikt voor het overhalen van schepen. Bij de nieuwe dam ont stond als bij de oude dam een nederzetting, die de naam kreeg van Nuwe Schiedamme (1264, 1268), Nuwerscie (1268), Nieuwendamme (1272, 1286). Het oude dorp Schie werd ter onderscheiding aangeduid met de namen Oude Sciedamme (1264), Ouder Schije (1286), Ouwerschie. Na ver loop van tijd werd uitsluitend de nieuwe nederzetting bij de nieuwe dam aangeduid als Schiedam. Op haar grond - het bedijkte Riviere - liet de gravin een kasteel bouwen, het Huis te Riviere, haar „woninghe te Nuwer Scie" (c. 1260). Van dit kasteel, dat in 1339 in het bezit van het geslacht Mathenesse kwam, is de ruïne van de hoofdtoren nog aanwezig. Aleida kan worden be schouwd als de stichteres van de stad. Zij heeft veel voor „die nyewe plantinge" gedaan. Zij schonk het een kerk en een gasthuis (1262), stelde een jaar- en weekmarkt in (met haar neef graaf Floris V, 1270), verwierf voor de bewoners in 1273 tolvrijheid door Holland, en verleende het ten slotte in 1275 bepaalde rechten, waaronder eigen recht spraak en het recht van keur. Met dat privilege was de stad Schiedam geboren. Het stadje was voor alles een havenstad. In de 14e en volgende twee eeuwen hoorde een vrij aanzienlijk aantal koopvaardijschepen in haar haven thuis. Men voerde vooral op Engeland en Schotland (wol, huiden en steen- Nieuwland. Copyright: Mastboom Vliegbedr. N.V. - Foto B. Hofmeester

Gemeentearchief Schiedam - Adresboeken

Adresboeken | 1968 | | pagina 8